A Hou je duim tegen de 2e vinger, dit om verwarring met object te voorkomen.
B Hou je vingers tegen elkaar en buig je duim langs je handpalm, zo lijkt het op een kleine b.
C Hou je vinger alsof je een beker vasthoudt. Richt de opening naar de ogen van de lezer.
D Strek je 2e vinger. Gebruik je duim om de 3e, 4e en 5e vinger naar beneden te houden.